Wat zijn bijzondere verrichtingen ?

Bijzondere verrichtingen zijn specifieke manoeuvres of handelingen die een automobilist moet uitvoeren tijdens het autorijden. Deze verrichtingen vereisen doorgaans extra aandacht, beheersing en nauwkeurigheid. Ze maken deel uit van de beoordeling tijdens het praktijkexamen voor het rijbewijs. Enkele voorbeelden van bijzondere verrichtingen zijn onder andere:

1. Inparkeren: Hierbij moet de bestuurder de auto correct en veilig in een parkeervak plaatsen, bijvoorbeeld parallel parkeren of fileparkeren.
2. Keren door middel van een halve draai : Dit is het keren van de auto in een smalle straat of op een smalle weg met behulp van een halve draai.
3. Achteruitrijden: Het veilig achteruit rijden over een bepaalde afstand, bijvoorbeeld in een bocht of tussen obstakels.
4. Zijdelings verplaatsen (stapvoets zijdelings verplaatsen): Hierbij moet de bestuurder de auto zijdelings verplaatsen, bijvoorbeeld bij het nemen van een nauwe doorgang.
5. Stopopdracht: De auto moet binnen een bepaalde afstand veilig tot stilstand worden gebracht.
6. Hellingproef: Hierbij moet de bestuurder de auto op een helling op een gecontroleerde en veilige manier tot stilstand brengen en weer in beweging zetten.
7. Keren in een straat (bijvoorbeeld in een doodlopende straat): Het veilig keren van de auto in een straat waar dat is toegestaan.

Het correct uitvoeren van deze bijzondere verrichtingen is van groot belang voor veilig rijden en de verkeersveiligheid. Tijdens het praktijkexamen wordt de beheersing van deze verrichtingen beoordeeld door de examinator. Het is essentieel om tijdens je rijlessen te oefenen en te leren hoe deze verrichtingen op een veilige en beheerste manier worden uitgevoerd.